A.F.A.M. Wetzer, 1 september 2020
Redengevende omschrijvingTot carport verbouwde 19de-eeuwse boerenschuur van één bouwlaag met een zadeldak met wolfseinden, gelegen op een groot perceel. De boerenschuur/carport heeft een oudere 17de-eeuwse kern van een eiken ankerbalkgebintconstructie met een driebeukige opzet, oorspronkelijk behorende tot een boerderij.De huidige carport is gelegen op een groot perceel en met de zuidelijke kopse gevel georiënteerd op de Vinkelsestraat. Het éénlaags gebouwtje heeft een rechthoekige plattegrond met driebeukige opzet en een onderverdeling in een carport en opslagruimte. Het gebouwtje heeft een zadeldak met wolfseinden, gedekt met golfplaten. Ter plaatse van de inrijopeningen van de carport is de oostelijke zijbeuk, van de oorspronkelijke driebeukige opzet, verwijderd. De gevels zijn in verschillende fasen - in de 19de- en 20ste-eeuw - tot stand gekomen. De noordelijke kopse gevel is opgetrokken in 19de-eeuwse baksteen in kruisverband toen de boerderij werd verbouwd tot boerenschuur. De zuidelijke kopse gevel is in de 20ste eeuw gedeeltelijk hermetselt met hergebruikte 19de-eeuwse steen. Een deel van deze kopse gevel is opgetrokken in kalkzandsteen. In de gevel bevindt zich een gietijzeren stalraam met aan weerszijde een drieruits betonnen stalraam. In de noordelijke kopse gevel bevindt zich een staldeur met aan weerszijde een gietijzeren stalraam. Het 19de-eeuwse metselwerk gaat gedeeltelijk schuil achter een moderne gevelbeplanking. De westelijke langsgevel is opgetrokken in kalkzandsteen. In de oostelijke langsgevel bevinden zich de moderne carportopeningen en een dubbele deur die toegang verleent tot een opslagruimte. De gevel is met een moderne beplanking afgewerkt. De opslagruimte is van de carport afgescheiden door middel van een kalzandsteen muur. De opslagruimte en de carport hebben moderne afsmeervloeren. De 17de-eeuwse eiken gebintconstructie is opgebouwd uit drie ankerbalkgebinten met korbelen en wormplaten. Het vierde - meest noordelijke - ankerbalkgebint is uitgevoerd in grenen, ter vervanging van het eiken origineel. De staanders van de gebinten zijn op moderne gemetselde poeren geplaatst. De ankerbalken zijn in de staanders gepend en getoogd. De doorstekende pen is met twee wiggen vastgezet. Zowel de korbelen als de windschoren zijn onder en boven gepend en getoogd. De wormplaten zijn in de staanders gepend en getoogd. In de staanders bevinden zich pen- en toognagelgaten voor (verdwenen) regelwerk in de richting van de zijbeuken. Zowel op de eiken ankerbalkgebinten, waaronder de staanders, korbelen en ankerbalken als op de windschoren en wormplaten zijn gehakte telmerken aangebracht. Op het eerste - meest zuidelijke - gebint wordt een onderscheid gemaakt tussen links en rechts door een oplopende nummering in de vorm van een gehakt eitje: () (rechts) en ()() (links). Spant twee en drie zijn oplopend genummerd: één en twee. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen links en rechts door middel van een gehakt streepje: I (rechts) en een gehakt eitje: () (links). In het meest zuidelijke spant zijn pen- en toognagelgaten herkenbaar van een verdwenen vakwerkwand die de overgang markeerde tussen het woon- en stalgedeelte van de 17de-eeuwse boerderij. De vakwerkwand had een vulling van leem met gevlochten fitsels, nog herkenbaar aan de fitselgaten in de ankerbalk. Tevens is traceerbaar waar zich een deur heeft bevonden in de vakwerkwand, herkenbaar aan het ontbreken van fitselgaten. De deur is later verplaatst wat herkenbaar is aan de ingehakte secundaire deurssponning in de ankerbalk. Bij de wijziging tot boerenschuur in de 19de eeuw is de wand verwijderd en zijn de eiken korbelen en windschoren op één na, vervangen voor grenen exemplaren. ln het oorspronkelijke 17de-eeuwse stalgedeelte bevond zich een dwarsdeel tussen het tweede en derde gebint. Deze is nog herkenbaar aan de hoger aangebrachte windschoren in verband met de inrijhoogte van paard en wagen. De overige eiken windschoren worden gekenmerkt door de naar verhouding grote lengte en kromme vorm. Eén windschoor, ter plaatse van de carportopening, is ingekort vanwege de inrijhoogte. | 1 |
De ankerbalken van de twee noordelijke ankerbalkgebinten worden extra ondersteund door moderne kolommen van kalkzandsteen, mede ter ondersteuning van de moderne enkelvoudige balklaag die over de ankerbalken is aangebracht. Op de wormplaten bevonden zich oorspronkelijk gekoppelde sporenparen, die waarschijnlijk tijdens de 19de-eeuwse verbouwing zijn vervangen door een moderne grenen sporenkap met nokgording. In de 20ste-eeuw is met het aanbrengen van de golfplaten een deel van de kapconstructie versterkt en is een deel van de rondhouten sporen vervangen voor gekantrechte sporen. Voor de zuidoosthoek van de zuidelijke kopse gevel staat een monumentale knotlinde. De huidige carport is van cultuur- en bouwhistorisch belang vanwege de hoofdvorm, de driebeukige opzet met een oudere 17de-eeuwse kern van eiken ankerbalkgebinten en ligging op een groter perceel. Bijzonder is dat aan de ankerbalkgebinten de oorspronkelijke 17de-eeuwse boerderij-indeling afleesbaar is. | 2 |